Hier begint het, de grote tocht door en naar De ziel van Parijs. Voor wie het boek las, zorgde dit alleen maar voor honger naar meer. Wie het boek nog niet las, kan hier beginnen te proeven. Vandaag op het menu: het verhaal van Rose Valland, een vrouw voor wie de kunstwereld een standbeeld zou mogen oprichten, Coco Chanel, een icoon dat het liefst een deel van haar eigen leven zou uitwissen en Napoleon III, een keizer met een minuscuul pleintje voor de Gare du Nord.
Op Allerheiligen 1940 brengt Rose Valland, assistent-conservator
van het Musée du Jeu de Paume, geen chrysanten naar overleden
familieleden. Nee, de droefheid die ze voelt, is van een heel andere
orde. Uitgerekend ‘haar’ museum is door de nazi’s aangeduid als
triagecentrum van waaruit ze de buit van hun massale kunstroof
doorsturen naar het Derde Rijk. Rose leeft voor haar passie, en
kiest ervoor een belangrijke taak te volbrengen: het repertoriëren
van de gestolen werken, zodat ze – wie weet – ooit aan hun rechtmatige
eigenaars kunnen worden teruggeven. Al snel ondervindt
ze hoe riskant haar onderneming is. De kleinste fout kan haar het
leven kosten.
Roos, sandelhout en jasmijn zijn de toonaangevende aroma’s van het
iconische parfum Chanel N°5. Maar in het succesvolste flesje ter wereld
zitten ook minder florissante toetsen zoals afgunst, hebzucht en een
vleug collaboratie. Het is een pagina die vaak uit het leven van de grote
couturière-parfumière wordt gewist. Nochtans voerde de ‘Iron Lady
van het parfum’ vanuit haar hoofdkwartier in de rue Cambon 31 een
jarenlange, onwelriekende strijd tegen de Joodse ondernemersfamilie
Wertheimer. Die is sinds het prille begin hoofdaandeelhouder van Les
Parfums Chanel, en vandaag de enige eigenaar van het wereldwijde
Chanel-imperium. Het scheelde echter niets of de familie was tijdens de
Tweede Wereldoorlog haar bedrijf kwijtgespeeld aan mademoiselle. Met
dank aan de nazi’s.
“De industrie is een machine die draait zonder regelaar. Het maakt haar
niet uit op welke drijfkracht. Als een echte Saturnus van de arbeid verslindt
ze haar eigen kinderen en leeft slechts van hun dood.” Het had een
citaat van Karl Marx of Friedrich Engels kunnen zijn. Aan het woord
is de gefortuneerde 36-jarige prins Louis-Napoleon Bonaparte, neef van
Napoleon, in zijn essay Extinction du paupérisme. Hij pent het in 1844
neer in de gevangenis, nadat hij veroordeeld is tot levenslang. Niemand
ziet in deze dromer-avonturier de komeet die zich in zes jaar tijd pijlsnel
zal opwerken van gevangene tot volksvertegenwoordiger, president van
de republiek en keizer van Frankrijk. Maar eerst moet de bezieler van het
Second Empire zien te ontsnappen uit het zwaarbewaakte Fort van Ham.
Stemmen: Dirk Velghe en Rik Van Puymbroeck
Scenario en regie: Karel Dierickx
Montage: Stef Lenaerts
Mix en muziek: Jordan Hudson
Alle originele muziek werd gecomponeerd en gearrangeerd door Jordan Hudson.
In deze aflevering horen we ook fragmenten uit: