Nog altijd is Ellen van Langen verslingerd aan atletiek. In De Pacer blikt ze gedetailleerd terug op haar gouden race op de Olympische Spelen in 1992 en haar carrière. Ze vertelt over haar gedrevenheid en de vele uren die ze nog altijd in haar werk bij het managementbureau stopt, waardoor ze ook nu soms op het randje leeft. Het gaat over de flexibiliteit die van de sport en haar karakter wordt gevraagd in coronatijd, de 800 meter, bekeuringen wegens te hard rijden, hardnekkig blessureleed, en een weddenschap met Sifan Hassan.