Precies twee jaar na het overhaaste en omstreden vertrek van de westerse strijdkrachten uit Afghanistan, zijn we terug tot voor de Amerikaanse inval in 2001. Terug bij de Taliban, het schrikregime met zijn terreur tegen vrouwen en meisjes, met zijn sadistische interpretatie van de sharia, terug in het stenen tijdperk, met als enig eigentijds anachronisme de pick-up trucks waarop de mannen met de wapperende baarden en tulbanden staan, Kalasjnikov in de aanslag. Een regime dat door geen enkel land wordt erkend.
Amerika begon aan het hopeloze avontuur op grond van eenzelfde fout als die in Vietnam was gemaakt. Daar moest ‘het communisme’ worden verslagen, in Afghanistan ‘het terrorisme.’ En al zaten Osama bin Laden en Al Qaida, verantwoordelijk voor 9/11, in Afghanistan, ‘het terrorisme’ viel evenmin te verslaan als ‘het communisme.’ Solidaire bondgenoten deden mee, vol goede voornemens, zoals Nederland met z’n 3D-strategie – defensie, diplomatie en ontwikkeling. Er zou een gekozen parlement en president komen, een onafhankelijke rechtbank, professionele politie, een goed getraind leger. Vrouwen mochten aan het werk, meisjes gingen naar school en universiteit, boeren gingen andere gewassen kweken dan papaver. Een vuistvol illusies, en een slagveld met bijna 200.000 doden. De Amerikanen staken 2300 miljard dollar in de oorlog. Dat is 220.000 dollar per minuut – twintig jaar lang.
Het plotselinge vertrek van de Amerikanen, in die laatste dagen van augustus 2021, was niet plotseling. Obama had de aanzet gegeven, Trump zette het versneld voort en Biden deed wat hij in zijn campagne had beloofd. Wat ze vergaten was de Afghanen mee te nemen die voor hen hadden gewerkt. Er wachten nog steeds duizenden op hun Amerikaanse visa. Nederland vond dat het overrompeld was door het Amerikaanse vertrek, alsof we dat niet al maanden, zo niet jaren, hadden zien aankomen. Het Nederlandse vertrek werd een tenenkrommende chaos. Er was te weinig transport, en ook wij hadden vergeten te denken aan de Afghanen die hadden geholpen bij de uitvoering van die in de fantasie van politici levende 3D-strategie. Sigrid Kaag, demissionair minister van Buitenlandse Zaken, werd met een motie van afkeuring de Barbertje die moest hangen.
En daarmee, totaal onverdiend, het symbool van twintig jaar politieke verantwoordelijkheid voor de polonaise waarin al die bondgenoten, net als wij, twintig jaar achter de waandenkbeelden van de grote leiders uit Washington hadden aangehuppeld. Tegen het terrorisme. Vóór democratie. Vóór meisjes naar school. Ik hoor het ze nog zo zeggen.
Kijk voor alle columns van Bernard Hammelburg op www.bnr.nl/bernardhammelburg