‘Je rent naar voren en je krijgt die bal zo mooi aangespeeld - maar dan schiet je hem er toch naast. Ja, dan baal je als een stekker.’ Van voetballers weten we het: ze zeggen vaak ‘je’ waar ze eigenlijk ‘ik’ bedoelen. Maar waarschijnlijk doe je het zelf ook vaker dan je denkt: ‘je bent daar wel eens bang voor', bijvoorbeeld. Wat verandert er als je ‘je’ vervangt door ‘ik’? Dat zoeken we uit in deze aflevering.