Het ging schrijver Joris Luyendijk toen hij een paar jaar geleden naar Londen verhuisde om bij The Guardian aan de slag te gaan, niet voor de wind. Hij voelde zich voor het eerst in zijn leven buitengesloten omdat hij ‘de sociale codes’ niet kende en daardoor niet ‘klikte’ met mensen. Die ervaring werd de aanleiding voor grondig zelfonderzoek in ‘De zeven vinkjes’, een boek over hoe hoogopgeleide blanke mannen uit een welvarend nest in driekwart van de samenleving ‘de baas spelen’ en de norm bepalen. En dat terwijl ze maar 3% procent van de bevolking uitmaken. Maar enkel ‘kleur vinken’ om meer diversiteit te bewerkstelligen op maatschappelijk relevante posities zoals vaak wordt geopperd, vindt Luyendijk te oppervlakkig. In de podcast Ongefilterd met Kitty (4 vinkjes) en Elif (5 vinkjes) vertelt Luyendijk (7 vinkjes) waarom hij dat vindt én legt hij uit waarom Kitty en Elif eigenlijk beter zijn dan hij als zevenvinker.