Het Centraal Planbureau (CPB) toont moed door een langetermijnvisie voor 2050 te presenteren. ‘Als je naar de politiek kijkt, dan is morgenmiddag al een lange termijn', zegt macro-econoom Arnoud Boot. ‘Dus wat heb je aan zo'n vooruitzicht?’
Waarom doet het CPB dit dan?
Het CPB toont veel moed door als onafhankelijk instituut, ondanks dat het onder het Ministerie van Economische Zaken valt, toch studies te publiceren die verder kijken dan de korte termijn. De politiek biedt namelijk weinig stabiliteit voor de lange termijn, en vaak reageren politici slechts op de 'rode lappen' die in het debat worden gegooid. Het CPB probeert echter de focus te houden op de belangrijkste keuzes die Nederland moet maken voor de toekomst. Want uiteindelijk gaat het toch om dit land, hoe we er straks voorstaan. Ze presenteren verschillende scenario's die gekoppeld zijn aan bredere maatschappelijke visies, waarbij ze ook de valkuilen en mogelijkheden voor de toekomst in kaart brengen.
De vier smaken van het CPB zijn autonoom, markt, samen en duurzaam. Hoe is dat te rijmen met het huidige kabinet?
Het zijn simpelweg vier visies op de toekomst, zonder een directe link met de politiek. Autonoom is gericht op zelfbeschikking, waarbij je verantwoordelijkheden delegeert aan regio's. Dat sluit enigszins aan bij het beleid van dit kabinet. Maar als Wilders plotseling de Amsterdamse democratie wil ondermijnen door te suggereren dat de burgemeester moet worden ontslagen, is dat blijkbaar niet de autonomie die hij voor ogen heeft. Het lijkt meer op een provocatie waar vervolgens op gereageerd kan worden.
Het scenario Markt richt zich voornamelijk op het bieden van ruimte aan de economie. Hier staat materiële welvaart centraal, zij het binnen bepaalde randvoorwaarden. Duurzaamheid krijgt een belangrijkere rol, maar zet ook in zekere zin een rem op de economische groei.
Ook het scenario van Autonomie legt een grote druk op economische groei, omdat je veel uit handen geeft. Hierdoor komt de groei onder druk te staan, maar tegelijkertijd kan dit het draagvlak voor de economie versterken. Positief geïnterpreteerd, kan dit de sociale cohesie in het land verbeteren, wat goed zou zijn voor ons allemaal, inclusief ons welzijn.
Dan heb je nog het scenario samen over. Wat moeten we daarmee?
Het vierde scenario gaat over herverdeling. Het draait niet zozeer om economische groei en materiële welvaart, maar om herverdelen zodat niemand tussen wal en schip valt. Dat leidt ook tot lagere economische groei, omdat de overheid een grotere deken over de economie legt. Maar dat zijn politieke keuzes. Niemand zal tegen herverdeling zijn, en ik hoop dat ook niemand voorstander is van het ondermijnen van de markt. Daarnaast hebben we nog de afhankelijkheid van het buitenland.
Wat is nou eigenlijk de onderbouwing van het CPB bij dit rapport?
Die is er eigenlijk niet. De belangrijkste vraag wordt in het rapport zelfs niet gesteld. Namelijk wat het betekent als wij bepaalde denkbeelden hebben over autonomie of over het inperken van het financiële kapitalisme?
Vorige week is op een willekeurig moment een motie aangenomen tegen bonussen In de financiële sectir, De hele politiek is daartegen want daar winnen ze twee stemmen mee in zuidoost Zutphen. Iedereen is het erover eens dat je het moet hebben over de hele sterke financiële prikkels in deze sector, waar de kantjes ervan af worden gelopen. Maar wel op een serieuze en genuanceerde manier en niet op een willekeurig moment. Dat staat dus haaks op een fatsoenlijk beleid. En in hoeverre kunnen we als Nederland afwijken van wat er in Europa gebeurt?
De financiële sector moet binnen allerlei randvoorwaarden opereren. Maar we willen ook niet dat de financiële sectir in Nederland doodbloedt. Dan zijn we verder van huis. Dan zijn we afhankelijk van Unicredit of van een Franse bank. En die hebben het Franse belang voorop staan.
Welke les moeten we hier dan uittrekken?
We moeten ons afvragen: wat is onze beleidsruimte? Waar kunnen we van de standaard afwijken, en waar moeten we compromissen maken? Dit is volgens mij de belangrijkste les uit het rapport van het Centraal Planbureau. Het Planbureau stelt deze vraag echter niet expliciet, maar het is wel de vervolgvraag die we moeten stellen. Ik hoop dat de politiek hierover gaat debatteren, niet op het moment dat extremere standpunten weer opkomen, maar op een moment waarop we weloverwogen kunnen nadenken over de toekomst van Nederland.