‘Glück auf’ roepen de mijnwerkers die ons tegemoetkwamen terwijl we naar de lift lopen. Wij, dat is een groep in witte overals gestoken buitenlandse correspondenten. Afgereisd vanuit Berlijn naar het platteland van Nedersaksen. Naar de meest gevaarlijke mijn van Duitsland. Tien jaar geleden is het alweer dat we met dosimeters op de borst op een donkere schacht afstapten. We deden stoerder dan we ons voelden.
De lift brengt ons naar enorm gangenstelsel. Het was er warm. Om de zoveel meter waren links en rechts doodlopende gangen uitgegraven. In die holen lag (en ligt nog steeds) een flink deel van al het kernafval begraven dat ooit in de Bondsrepubliek is geproduceerd.
Veilig opgeborgen in metalen vaten zou met de tijd de mijn door de druk van het omliggende gesteende in elkaar geduwd worden. Het kernafval zou voor de eeuwigheid opgeborgen zijn. Ingekapseld in lagen zout.
Het plan mislukte. De mijn is nu al lek. Ik zag het grondwater langs de muur stromen en nam het gekletter op met mijn microfoon. De rondleidster vertelde over de roestende vaten vol uranium en plutonium. Het is een kwestie van tijd tot radioactief afval de omgeving besmet.Ik – een kind van de jaren 80 – heb het met de paplepel ingegoten gekregen: nooit zal er in Nederland meer een kerncentrale worden gebouwd. In een van de eerste Journaals die ik me kan herinneren, dreef er een radioactieve wolk vanuit de Sovjet-Unie naar het westen. Die heel Europa vervuilde.
Maar nu lijkt de angst verdwenen. Volgende week wordt Rob Jetten beëdigd als minister voor Klimaat en Energie. Geboren één jaar ná Tsjernobyl gaat hij de bouw van twee nieuwe kerncentrales aanslingeren. De D66-er zal volgens het regeerakkoord ‘marktverkenningen faciliteren’ en besluiten over de ‘financiële bijdrage van de overheid’.
Het komt Den Haag wat dat betreft goed uit dat de Europese Commissie op Oudejaarsavond kernenergie het stempel ‘groene investering’ heeft gegeven. Zo moet de technologie aantrekkelijk blijven voor investeerders. En private investeringen zijn cruciaal voor de Nederlandse plannen.Maar ondanks de groene status, klinken in dezelfde Europese Commissie ook bedenkingen. Wees verstandig, zegt Frans Timmermans: ‘Kernenergie is harstikke duur en het duurt lang voordat je er echt stroom uit krijgt’.
Over het afval is de nieuwe coalitie in ieder geval optimistisch. Nu staan de Nederlandse radioactieve vaten opgeslagen in de haven van Vlissingen. Direct aan zee dus. Maar Rutte-4 belooft: ‘We zorgen voor een veilige, permanente opslag van kernafval’. In de lekke Duitse mijn is die nooit gevonden. Niemand weet hoe het moet, maar er zit niets anders op dan de troep weer naar boven halen. Want: het enige duurzame aan kernenergie is het afval.Van de redactie
Vaste columnist Jaap Jansen is met reces, en wordt vervangen door Laurens Boven.