Alweer twintig jaar geleden kwam Pim Fortuyn om het leven door een vreselijke moord. Nog altijd hoor je af en toe het verlangen naar ‘een nieuwe Pim’. Want Pim zei het toch maar en het volk stond achter hem. Maar was Fortuyn eigenlijk wel geschikt voor de politiek? Had hij Nederland echt kunnen veranderen?
Om in de politiek iets te bereiken moet je meerderheden zoeken en compromissen sluiten. Fortuyn had daar het karakter niet voor. Al jaren voordat hij op het politieke toneel verscheen, wist iedereen die hem kende: waar Pim komt, komt ruzie.
Als jong redacteur van Elsevier had ik de taak elke maandag Fortuyns column, die binnenkwam per fax, in te tikken, leesbaar te maken en vooral in te korten – want hij was steevast een derde te lang. Niks aan de hand: ik schrapte waar hij zichzelf herhaalde en maakte het keurig op lengte. Later nam hoofdredacteur HJ Schoo die taak over en dreigde er af en toe geen column te verschijnen. Er ontstond al gauw gedoe als Schoo Fortuyn vragen stelde. Ze kwamen er niet uit.
Fortuyn bezocht eens de redactie om zijn visie op het blad te geven. Hij slaagde erin de rustigste redacteur in tranen te krijgen. Uit het niets vuurde hij zijn pijlen op ‘m af. Waar Pim komt, komt ruzie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Joop den Uyl - toen Fortuyn hengelde naar een vooraanstaande rol in de PvdA – hem de deur wees met de woorden: ‘Pim, je past niet binnen onze cultuur.’
Fortuyns politieke visie door de jaren heen was verre van consistent. Zoals hij tal van partijen afliep in de hoop op een functie – van CPN tot CDA – veranderde hij ook regelmatig volledig van koers. Dan was hij neoliberaal en voorstander van zo weinig mogelijk overheidsingrijpen, dan weer moesten essentiële zaken in staatshanden.
Wat is nu, na twintig jaar, zijn erfenis?
De politiek is op drift geraakt en Fortuyns electoraat heeft zijn weg gevonden naar PVV, FvD en allerlei kleine partijtjes die net als Fortuyn een weinig coherente grabbelton aan opvattingen representeren. En ook Geert Wilders en Thierry Baudet kunnen niet met anderen samenwerken, dus hebben ze nogal eens last van afsplitsingen en staan ze bij de machtsvorming aan de kant.
Ook andere partijen hebben delen van het Fortuyn-vocabulaire overgenomen. Net als Fortuyn gingen ze spreken van ‘islamisering’ en ze werden sceptisch over Europa. Het heeft niet geholpen: CDA en PvdA werden kleine partijen en wie kan nog uitleggen waar de VVD voor staat?
Parlementaire debatten ontaarden vaak in een kermis want net als Fortuyn zeggen we wat we denken. En elke nieuwe politieke ster belooft alles geheel anders te gaan doen, waardoor teleurstelling om de hoek ligt.
De Fortuynrevolte heeft heel wat teweeg gebracht, maar niet ten goede.