Mustafa Stitou (1974) is een van de belangrijkste dichters van zijn generatie, bekroond met vele prijzen en hij was stadsdichter van Amsterdam. Met Jelle Van Riet praat hij over wat hij wil bereiken met zijn poëzie, over de breuk met zijn geloof, de kloof met zijn ouders, over het twijfelen van de poëzie en zelfs over duiven.
Met de podcastreeks ‘Huis van de Dichter’ wil Jelle Van Riet ons aansteken met haar liefde voor poëzie. Ze nodigt deze zomer zes favoriete dichters uit in Watou, en gaat met hen in gesprek over de poëzie en het leven. Leidraad van het gesprek is één gedicht van de gastdichter, dat ze ook voorlegt aan een lezerspoule waar onder anderen Herman Van Rompuy en Tijmen Govaerts deel van uitmaken.
‘Huis van de Dichter’ is een zesdelige podcastreeks in samenwerking met Poëziecentrum die elke zaterdag verschijnt in de podcastreeksen ‘DS Letteren’ en in ‘Watou. Huis van de Dichter.’ Dit is aflevering 3. De opnames en montage zijn van Pauline Augustyn. De muziek is van Nicolas Rombouts. De podcast is mede mogelijk gemaakt door Literatuur Vlaanderen, PoëzieCentrum en Kunstenfestival Watou.
In deze podcast dient dit gedicht van Mustafa Stitou als uitgangspunt voor het gesprek:
Ze kneedt het deeg met haar vuisten.
Op haar knieën kneedt ze het deeg
voorovergebogen en met rechte armen
die gelijkmatig op en neer bewegen
kneedt ze het deeg in een grote
teil op de vloer van de keuken.
Uitgejankt sla je haar gade, hoog
vanaf een keukenstoel, de troon
waarop ze je heeft vastgebonden
met de ceintuur van haar badjas zodat je
stil blijft zitten en zij voor acht monden
het brood klaarmaken kan.
Hypnotiserend haar malende armen,
hypnotiserend het zuigende geluid
van haar knedende vuisten. Behalve jullie
is niemand thuis. Glimlachend kijkt ze op.
Nee ze is niet boos meer. Helemaal
voor jezelf heb je haar. Vast zit je en je lacht.
Uit Waar is het lam?, De Bezige Bij, 2022