



#24: “Ik zie veel parallellen met het heden” (Sheila)
Net voor haar overlijden omschrijft de moeder van Sheila in een paar zinnen het oorlogsverleden van haar ouders. De A4’tjes leest Sheila pas na het overlijden van haar moeder en wakkeren een zoektocht naar het verleden aan. Haar opa was actief lid van de NSB en werkte als penningmeester en adjudant…

#23: "De oorlog was er altijd in mijn familie" (Miloe)
Als Miloe na een familieopstelling besluit de geschiedenis van haar familie te achterhalen, stuit ze op een verhaal vol grijstinten. Waar haar ene opa actief in het verzet zat, adviseerde haar overgrootvader NSB-voorman Mussert en was hij medeverantwoordelijk voor de oprichting van de Nederlandse K…

#22: “Ik stak mijn vinger op en zei: dat boek hebben wij thuis!” (Renate)
De vader van Renate was lid van de NSB, en binnen het gezin was dat altijd een geheim. Als kind merkt ze wel dat ze wordt buitengesloten, maar ze kan niet plaatsen waar dat door komt. Pas als ze op haar vijftigste in therapie gaat, besluit ze de oorlogsarchieven in te duiken. Daar vindt ze bewijs d…

#21: “Hoe kan je je eigen leed nou vergelijken met dat van Anne Frank?” (Annelies)
De opa van Annelies was een actieve NSB’er, die aangesloten was bij de Landwacht en de Weerbaarheidsafdeling. Haar moeder was 15 toen de oorlog begon en sloot zich aan bij de Jeugdstorm, de jongerenbeweging van de NSB. Hoewel het verleden nooit een geheim was, heeft het oorlogstrauma generaties lan…

#20: “Ik schrok me kapot: daar hing een poster met de naam van mijn opa.” (Lenie)
Lenie’s opa was NSB’er. In haar zoektocht naar zijn verhaal leerde ze veel nieuwe dingen over hem. Maar toen ze uit nieuwsgierigheid ook de naam van haar moeder intikte in de oorlogsarchieven, vond ze tot haar grote verbazing ook van haar een dossier. Thuis werd nooit gesproken over haar verleden. …

#19: “Ik besloot op mijn dertiende: Dit is een geheim.” (Jan)
In de linnenkast vond Jan een fotoboek. Hij zag foto’s van zijn moeder tussen Duitse officieren met hakenkruizen. Op dat moment besloot hij: ‘Dit is een geheim’. Het verhaal van zijn vader, die tijdens de oorlog aan de Birmaspoorlijn werkte, mocht er altijd zijn. Maar dat van zijn moeder bleef dece…

#18: “Als kind zocht ik naar het gelijk van Hitler.” (Frits)
Frits’ vader sloot zich aan het begin van de bezetting aan bij de NSB. Hij was onder andere landwachter en deed mee aan huiszoekingen naar verborgen radio’s. Ook de moeder van Frits hing het nationaalsocialistisch gedachtegoed aan. Als jongen van 10 ging Frits op zoek naar het gelijk van Hitler, ‘o…

#17: “In de familie hebben we mijn moeder nooit als fout gezien.” (Nina)
De moeder van Nina werkte tijdens de oorlog als stenotypist bij de Wachabteilung in Zeist. Daar werd ze verliefd op een Duitse officier. Op haar vijftiende leert Nina van dit oorlogsverleden wanneer ze de geboorteakte van haar zus in een nachtkastje vindt. De keuzes van haar moeder noemt ze dom en …

#16: “Mijn opa werd beschreven als de minste van de bewakers.” (Jacob)
De opa van Jacob was kampbewaker in Kamp Erika, een strafkamp in de Overijsselse bossen. Daar liet hij zich gelden, leest Jacob in getuigenissen in het Nationaal Archief. Jacob vraagt zich af hoe hij zich tot dit familieverleden moet verhouden, zeker gezien een deel van de familie nog altijd zwijgt…

#15: “Mijn vader zag zijn dwaling in, dat vind ik heel dapper.” (Huub)
Huubs vader werd verliefd op de dochter van een NSB’er. Zo werd hij zelf ook lid van de partij. Toen Huub over dit verleden leerde, zakte de grond onder zijn voeten vandaan. Later leert hij dat zijn vader het lidmaatschap na een jaar opzegde en zich aansloot bij het verzet. Tegen mede-nazaten van N…