Vanuit het niets werd het Nijmeegse Nexperia deze oktober wereldnieuws. De maker van zeer simpele chips – niet meer waard dan een paar cent per stuk – bleek ineens een cruciale speler te zijn in de mondiale autosector. Autofabrikanten, van Volkswagen en Honda tot Ford, raakten anderhalve maand geleden in paniek toen Nexperia geen chips meer kon leveren. De reden: het bedrijf was van de ene op de andere dag onderwerp geworden van een knetterende ruzie tussen Den Haag en Peking. Hoe de auto-industrie met deze sluimerende crisis omgaat, hoor je van redacteur mobiliteit Hans de Jongh. Lees: Hoe een Nijmeegs chipbedrijf wereldnieuws werd
Peking reageerde furieus. Meteen stelde de Chinese regering een verbod in op de export van chips die Nexperia in China laat maken. Dat was geen loos gebaar. In de plaats Dongguang staat met afstand de grootste fabriek van Nexperia. Daar worden ook de chips gemaakt waar de auto-industrie niet zonder kan. Bert van Dijk, die voor het FD de chipsector volgt, vertelt wat deze crisis ons zegt over de afhankelijk van China. Lees: Nexperia-debacle illustreert hoe groot afhankelijkheid van China (nog) is
En de paniek beperkte zich niet tot autoproducenten. Toen hun plotseling opgestoken kopzorgen waren doorgedrongen tot de politiek was de opwinding compleet, in Den Haag, maar meer nog in Berlijn, Brussel en Washington. Binnen een week was Nexperia wereldnieuws. Parlementair verslaggever Cor de Horde vertelt over de onbekende wet die demissionair minister Karremans inzette om te voorkomen dat Nexperia ‘heimelijk werd leeggetrokken’. Lees: Karremans: vooraf overleg binnen EU over Nexperia was onmogelijk