Even dreigde de klimaattop in Bakoe uit te lopen op een fiasco. Toch ligt er een nieuw akkoord over financiële hulp aan arme landen.
Deze aflevering in het kort:
⇨ Een terugblik op twee weken Bakoe
⇨ Onderhandelen met Jaime de Bourbon de Parme
⇨ De gevolgen van oneerlijkheid in de economie
Jaime de Bourbon de Parme is de Nederlandse klimaatgezant en zag het allemaal voor zijn neus gebeuren. Hij komt net terug uit Azerbaijan en vertelt uitgebreid over de COP 29. Afgesproken is dat rijkere landen vanaf 2035 elk jaar 300 miljard dollar aan klimaatsteun geven aan armere landen. Dat is overigens veel te weinig, vinden die eilandstaatjes en derdewereldlanden zelf. Ook ons groene geweten Aniek Moonen kan haar ongenoegen over dit resultaat niet verbergen. ‘Om je een idee te geven: de overstromingen in Limburg, Duitsland en België van een paar jaar geleden veroorzaakten al meer dan 40 miljard euro schade', aldus Moonen.
Luister ook | De strijd van Benedicte Ficq tegen grote vervuilers
Jaime de Bourbon de Parme gunt ons een inkijkje in de wereld van de klimaat-diplomatie. Hoe het kon dat het zaterdag helemaal mis dreigde te gaan en er die nacht alsnog een akkoord werd bereikt. Suggesties over een nieuwe opzet voor de COP, wijst hij van de hand. ‘Daar moet dan eerst weer lang over onderhandeld worden en die tijd is er niet’, aldus de Bourbon de Parme. ‘Het belangrijkste is dat bijna iedereen aan tafel zit, want alleen op die manier kunnen we afspraken maken.’
Luister ook | Kernfusie: de belofte van oneindig veel groene energie
Harm refereert verder aan een artikel in de Volkskrant, waarin econoom en schrijver Joseph Stiglitz waarschuwt voor de toenemende oneerlijkheid in onze economie. Die ontwikkeling draagt bij aan een cultuur waarin mensen elkaar steeds minder vertrouwen. ‘De wolven vreten alles weg en de schapen hebben het nakijken. Wanneer grote groepen van de bevolking achterblijven, creëer je een vruchtbare bodem van onbehagen voor populisten. Het nut van de algemene zaak, daar hoor je niemand meer over. Terwijl we dat juist zo bitter nodig hebben, zo zagen we ook op de COP in Azerbeidzjan.’