Het is 1944. Als 18-jarige jongen wordt Jan Postema opgepakt en naar een villa gestuurd, waar hij gemarteld wordt. Het was de NSB'er Jacob Luitjens die hem daarheen stuurde. Jan, nu 95, herinnert zich hoe hij onderwater werd geduwd, tot stikkens toe. Welke littekens liet Jacob Luitjens na in het Drentse dorp Roden? Wat was de rol van zijn vader, een fanatiek NSB'er die het hele dorp tot het nazisme wilde bekeren? En waarom zou je tijdens een oorlog de kant van de vijand kiezen?