Hanneke Gelderblom-Lankhout vertelt over haar ervaringen als jong Joods meisje tijdens de Duitse bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog. Ze beschrijft hoe haar moeder haar beschermde tijdens een aanval door een vliegtuig en hoe het dagelijkse leven onder de bezetter langzaam verslechterde door toenemende beperkingen voor Joden. Hanneke moest uiteindelijk onderduiken, waarbij ze door de kunstenares Ru Paré, ook wel bekend onder de schuilnaam ‘tante zus’, op meerdere onderduikadressen werd geplaatst. Naast de vele uitdagingen waren er soms ook hartverwarmende momenten in haar onderduikperiode.