Dat miljoenen Palestijnen, driekwart eeuw na de vlucht of verdrijving van hun voorouders uit de nieuwe staat Israël, in de omringende landen nog steeds in vluchtelingenkampen zitten, is een aberratie. In Jordanië, Syrië, Libanon, de Westbank en Gaza leven ze met nauwelijks burgerrechten, en als enige houvast de illusie dat ze ooit zullen terugkeren. Ze worden in leven gehouden door een in 1949 opgerichte VN-organisatie, UNRWA, de United Nations Relief and Works Agency, gevestigd in Amman en Gaza. Ook dat is een aberratie.
UNRWA is een politieke splijtzwam, en dat is best begrijpelijk. De critici zeggen: het kan toch niet waar wezen dat Palestijnen, waaronder Hamas, op de zak leven van de internationale belastingbetaler? De verdedigers zeggen: de Palestijnen kunnen het ook niet helpen, en zonder UNRWA zouden ze geen inkomsten, medische verzorging en onderwijs hebben. Dat UNRWA controversieel is zal niemand ontkennen. En van tijd tot tijd slaat er een politieke stop door.
In het voorjaar was dat een Israëlische onthulling dat een groep van naar schatting twaalf UNRWA-personeelsleden actief hadden meegedaan aan de bloedige inval door Hamas in Israël op 7 oktober. Een aantal landen, waaronder Nederland, schortte de contributie aan UNRWA op. Toen een onderzoek door de VN tot de conclusie kwam dat Israël onvoldoende bewijsmateriaal had overlegd – zonder de beschuldiging te weerspreken – hervatten de meeste landen hun betalingen. Nederland bleef twijfelen, ondanks een geheim ambtelijk advies aan demissionair minister Bruins Slot van Buitenlandse Zaken over de gevolgen van een betalingsboycot.
Rode kaart
Nu zijn honderd Israëliërs bij de rechtbank in New York een procedure tegen UNRWA begonnen met als beschuldiging dat Hamas een miljard dollar van de hulp achterover heeft gedrukt voor de financiering van tunnels en wapens voor aanvallen op Israël, waaronder die van 7 oktober. De onderbouwing is, als het allemaal klopt, een vette rode kaart voor de VN. UNRWA doet betalingen aan de Palestijnse Autoriteit in Ramallah. Die vervoert tonnen in cash dollars per vrachtauto, via Israël, naar de 13.000 UNRWA-werknemers in Gaza.
Die kunnen niets met dollars, en dus wisselen ze die via een geldhandelaar in Gaza om in Israëlische sjekels, het officiële betaalmiddel. Daarbij neemt de geldhandelaar een hoge commissie, die terugstroomt naar Hamas. Waarom in cash dollars per vrachtauto? Niemand weet het. Waarom geen rechtstreekse overmaking vanuit Ramallah in sjekels? Niemand weet het. Waarom Hamas, behalve tunnels, niet ook schuilkelders maakt? Ook dat weet niemand.
Eerste reactie
De eerste reactie van UNRWA was dom. ‘Wij kunnen niet worden aangeklaagd, want als VN-ambtenaren zijn we onschendbaar’, zei een woordvoerder. Dat valt nog te bezien, want het UNRWA-kantoor in New York ligt buiten het VN-domein. Maar daar gaat het natuurlijk niet om. Waar het wel om gaat, is of de klacht klopt. Die eerste, schichtige reactie van UNRWA, lijkt een bevestiging. Tijd voor een écht onderzoek. En niet door de VN, want dat is de slager die zijn eigen vlees keurt.