Toen na de Russische invasie in Oekraïne de westerse hulp op gang kwam, eerst met knullige onzin als helmen, maar al spoedig met serieus afweergeschut, en zware artillerie, zei Sergei Lavrov, de Russische minister van Buitenlandse Zaken, dat het in feite een conflict was tussen Rusland en de NAVO. Dat stuitte op westers hoongelach – het was hulp aan een bevriend land tegen een barbaarse agressor – maar helemaal ongelijk had hij niet.
Terwijl Oekraïners en Russen met duizenden tegelijk sneuvelden, ging de politieke discussie over de definitie van betrokkenheid. Wapens leveren? Geen bezwaar. Met die wapens op Russische doelen laten schieten? Nee, dat niet. Boots on the ground? Daar kwam weer dat bekende diplomatieke cliché: nee, dat overschrijdt een rode lijn.
Rusland is zelf geen haar beter en vormt, met grote wapenleveranties van bondgenoten Noord-Korea, Iran en waarschijnlijk ook China, en met bondgenootschappelijke Noord-Koreaanse boots on the ground, de nieuwe as-mogendheden die uit zijn op het Westen.
De Amerikaanse regeringswissel leidt tot een Oekraïense capitulatie. Donald Trump noemt het, zoals bij alles, een ‘deal’, maar die houdt in dat Rusland de Krim en de vier geannexeerde provincies mag houden, in ruil voor een wapenstilstand voor onbepaalde tijd. Joe Biden, op alle fronten uitgespeeld, heeft in blessuretijd nog toestemming gegeven om Amerikaanse artillerie in Oekraïne te gebruiken voor het schieten op Russische doelen, maar het is te weinig en te laat. Het is een surrealistische situatie. Grondwettelijk is er tot 20 januari maar één president, Joe Biden. Maar Trump is op volle kracht bezig met zijn kabinetsformatie en duwt zijn voorganger hardhandig van het podium. De ploeg die verantwoordelijk wordt voor het buitenlands beleid, met Marco Rubio als minister en Tulsi Gabbard als Directeur Nationale Veiligheid – de chef van alle 18 inlichtingendiensten – streeft naar rechtstreeks overleg met Poetin en een opdeling van Oekraïne.
Groot als de westerse hulp aan Oekraïne bij tijd en wijle is geweest, het was nooit genoeg en altijd te laat. Westerse regeringen hebben Oekraïne nooit de middelen en de steun gegeven om écht van Rusland te kunnen winnen, en Rusland nooit materieel en militair helemaal afgeknepen. In die zin is de route die Trump wil inslaan misschien ook wel een opluchting voor de Oekraïners. Duizend dagen droefenis is welletjes. Zelensky beseft dat en weet wat hem te wachten staat. Voor het eerst spreekt hij over een diplomatieke oplossing. De handdoek in de ring is het net niet, maar het scheelt niet veel.