Tussen de openlijke spanningen met China – zeg maar rustig slaande ruzie – over chips, Taiwan, de Zuid-Chinese Zee en de diefstal van intellectueel eigendom, en de economische werkelijkheid ligt een wereld van verschil. President Biden en EU-leiders vallen over elkaar heen met aansporingen tot ontkoppeling van de economieën. Dat is een illusie. Dat vindt ook Janet Yellen, de Amerikaanse minister van financiën en een realist. Deze week gaat ze op bezoek in Peking, en dat is goed nieuws.
Niet dat zij aan die slaande ruzie een eind kan maken, maar ze is een van de weinige westerse politici die het streven naar economische ontkoppeling ‘desastreus’ noemt en vindt dat de twee grootmachten ‘de weg kunnen en moeten vinden om met elkaar te leven.’ Yellen kijkt in de eerste plaats naar de cijfers. Amerika exporteerde vorig jaar voor 154 miljard dollar aan producten naar China. En het importeerde voor 536 miljard dollar uit China. Daarmee is Amerika de grootste Chinese afzetmarkt. Ontkoppelen? Dat is simpelweg onmogelijk. Maar wel eens kijken of er iets is te doen aan de lage koers van de yuan, die de Chinese export omhoog duwt. En aan de schuld van Afrikaanse landen aan China, die omlaag moet.
Ze zal weinig tijd besteden aan het praten over een spionageballon of het uitmaken van Xi Jinping voor dictator, maar wel aan het vertrouwen dat nodig is om de chipoorlog te beteugelen. Al is het alleen al omdat Amerika de belangrijkste chipleverancier van China is. De Chinese woede over het blokkeren van de eigen fabricage van hoogwaardige chips, door beperkingen op te leggen aan het type chipmachines dat ASML mag leveren, is enorm. De wraak, een rem op de levering van Chinese geheugenkaarten aan de VS, en het beperken van de verkoop van de mineralen gallium en germanium, bedreigt de westerse hightech- en batterij-industrie. In dat alles zit een denkfout. Het kan even duren, maar ook zonder westerse steun zal China er uiteindelijk in slagen zelf hoogwaardige chips te produceren. En gallium en germanium zijn ook te koop in andere landen, al is het tegen gigantisch hoge prijzen. Sancties zijn een soort chantage, waaronder de gedupeerde partij zich altijd uit weet te wurmen.
In conflictsituaties is het vaak verstandiger om ministers van financiën te laten onderhandelen dan ministers van buitenlandse zaken. De economieën van de supermachten zijn totaal verstrengeld. Dat is de échte wereld, waarin Janet Yellen als geen ander de weg weet – de wereld van het geld.